![]() |
Hier wordt de aandacht gevestigd op de orthopedische structuren van het lichaam (de wervelkolom, de gewrichten, de spieren, de ligamenten). Via een aantal manuele handelingen wordt meer beweeglijkheid aan deze structuren gegeven. Deze handelingen zijn
|
![]() |
Deze technieken zijn gericht op de beweeglijkheid en het glijvermogen van de organen. Hier gaat de osteopaat zeer zacht de omliggende weefsels van de organen 'ontspannen'. Door het losmaken van de verklevingen (adhesies) verbetert de doorbloeding in de organen en worden de andere delen van ons lichaam niet meer gehinderd. |
![]() |
De schedelnaden laten zeer kleine bewegingen toe die aan de basis liggen van het craniosacrale ritme. De osteopaat is opgeleid om dit waar te nemen. Zo kan een osteopaat door op de schedel te werken ook andere plaatsen in ons lichaam beïnvloeden. |